Verdomme, wat is dat hier toch op Martinique? Wakker worden met hevige buien. Rafales, grains, squalls. Het interesseert me niet meer hoe ze heten, ophouden moeten ze.
Loeihard beukt de wind op de Jakker. Toch ontbijt buiten in de kuip, terwijl de regen in stroompjes van de bimini (ons zonnetent, die nu ook dienst doet als paraplu) stroomt, ook een onderdeel van Karen haar programma!
“Ce n’est pas normal pour janvier!”, volgens verschillende locals, maar daar zijn we vet mee.
Toegegeven, in de rapte vang ik een halve emmer regenwater op. We moeten toch eens echte gootjes maken, dan kunnen we zeker meer zoet water scoren.
En ja, Jakker zucht wellustig terwijl de zoutkorst van haar dek wegspoelt.

Na een half uur, zo gaat dat hier, is de zon weer daar, alles droogt vliegensvlug op.
We liggen op anker dichtbij de mangroven én de marina van Le Marin.
Plan is om met Karen naar het beroemde ‘Mango Bay’, de wifi-spot en zeilers-ontmoetingsplaats van Le Marin te varen. In deze wind met Jak wegvaren, zouden we het wagen?

“Wacht eens even. Lagen die boeitjes hier daarnet ook al? En…die blauwe boot, die komt plots zo dichtbij, papa!” Karen, opgegroeid op een boot, vóelt gewoon dat er iets niet klopt. We zijn op drift. Onze zware ploert kan zich in de superfijne modder, die gewoon water wordt als je erin beweegt, niet vasthouden.
Opnieuw giert een windstoot door het want. Daar gaan we, nog verder achteruit, richting onze achterbuur. Nu gaat alles razendsnel: rugzakken neergooien, sleutels zoeken, motor starten, Tony naar de voorpiek anker binnenhalen. Horen en zien vergaan. Gelukkig hebben we ’onze’ gebarentaal. Toch sta ik van spanning nog te roepen aan het stuurwiel. Enkel de wind hoort het. We zijn los. Waar nu heen?
Naar de andere kant van de baai, dichtbij het winkelcentrum. Maar eerst voorzichtig over een ondiepte heen en toch genoeg gas geven, je moet immers vaart blijven maken, anders kan je niet sturen en blaast de wind je weg, met deze wind is dat meer dan nodig.

Al ooit een plekje voor je tent gezocht op een overvolle camping? Weer een nieuw plaatsje zoeken tussen al die andere ankerende jachten is al even vervelend. Altijd lig je té dicht bij één of andere boot en zie je een beter plaatsje als je eindelijk vastligt. Het anker ‘pakt’ ook niet altijd waar jij het hebben wil. Dit is wel even iets anders dan je auto ergens parkeren.
Met enige vertraging en pas als we vrij zeker zijn dat we vast liggen (volledige zekerheid heb je pas als je naar je anker duikt maar hier is het zicht onder water amper een meter dus kan dat even niet) gaan we eindelijk met Jak op stap.

Er staan flinke ‘wind’golven. Jak is maar een klein bootje en boort zijn boeg in die golfjes, gevolg een zoutwatergordijn dat mooi over zijn passagiers sproeit. Full speed of langzaam door de golven tuffen, het maakt geen verschil, we worden allemaal flink nat! Dé oplossing, lach niet, in zwembroek en bikini tot aan de dinghy steiger. Dan volgt, heel interessant voor voorbijgangers, zo merken we, een afdroog en omkleedpartijtje.

Wat later zitten we in de Mango Bay te surfen tussen al de anderen.

Een snelle internet verbinding, nog zoiets, in België sta je er totaal niet meer bij stil, hier word je er met je neus op gedrukt dat het niet altijd vanzelfsprekend is. Internet daar moet je al wat voor doen. Je laptop in een waterdichte tas pakken, met Jak 10 minuten door de golven ploegen, een plaatsje incl. stopcontact vinden in de bar, veel volk en weinig plaats. Een goed teken want dan is verbinding mogelijk. Hoewel die niet zo denderend is, wachten tot je laptop is opgestart, de wifi verbinding heeft gevonden, wachten tot je mail is geopend, wachten om te versturen, wachten….wachten… tot plots… ook je collega “surfers” verward rond beginnen kijken... ‘t Is weer es gedaan met de verbinding. De tafels voor het restaurant moeten gedekt worden en die zeilers drinken alleen maar koffie. Daar is niks aan verdiend.
Nu maar hopen dat al je mails goed verstuurd werden.