Na een etentje “les pieds dans l’eau”, allez, toch in het zand, verlangen we naar een heerlijke nachtrust. Niet dus! Het bezoek op Jakker krijgt steeds het hele programma. Deze nacht : een onvervalste “schommelervaring”. Een periode van 4 sec. hebben de golven die in de baai rollen, weet Karen me te vertellen.

In onze riant brede kooien kan je nu enkel op rug of buik slapen en nog moet je je schrap zetten middels armen- en benenwerk. Lekker doorslapen, vergeet het maar. Nee, zo een nacht, niet meer voor ons. Dus : bestemming St. Pierre wordt geschrapt. Daar is bijna geen beschutting voor de hoge swell.
Zullen we dan maar naar St. Anne zeilen? Ok, maar eerst “zwemmen met schildpadden”. Een paar meter van Jakker vandaan, op 5 m diepte, graast een grote kerel, of is het een madam, hoe zie je dat bij schildpadden? Heel stil hangen we boven hem. Hij voelt onze aanwezigheid, kijkt rond, graast, kijkt weer rond, maakt zijn nek lang en rukt nog een flinke bussel gras uit om dan met elegante vliegbewegingen van zijn voorste “peddels” naar de oppervlakte te stijgen. Een hap lucht en weg is hij naar dieper water.

Tijd voor ons om te vertrekken. Jak in de davits hijsen, het gaat allemaal vlotter met extra crewlid, Karen.
Richting Rocher du Diamant. Aan de wind. Pittig tochtje. Al snel hebben we té veel zeil. Jakker loopt uit het roer. Zij gaat dan gewoon koppig in de wind, wat stuurvrouw Karen ook probeert. En scheef…de zijraampjes gewoon volledig in het water. Binnen lawaai van vallende spullen. Een ferme helling tezamen met bonken in de golven, enkel gesloten kastjes zijn daartegen opgewassen. Kussens proppen in open kastjes om dingen vast te klemmen….uiteindelijk krijgt de zee ze er toch uitgeflikkerd. Maar da’s zorg voor later. Nu eerst die zwarte rotzak van een squall het hoofd bieden. 35 knopen wind, op de beaufortschaal: 8. Na oorverdovend geklapper van het grootzeil, bakken water die over het dek spoelen, gevloek en vooral spierkracht van Tony staan er eindelijk drie reven in genua en grootzeil. Zowat ons kleinste tuig.


Paaltjes pikken (zo noemt men het slaan op de golven) is dit niet meer, dit zijn serieuze bomen. Bezorgd kijken we naar Jak, die met motor en al in de davits hangt. Goed vast hangt, want hij beweegt nauwelijks. Niemand durft zijn grootste angst uit te spreken : wat als er één van de touwen breekt en Jak in het water valt? Met motor en al, ondersteboven….worst case scenario. Niet aan denken!

Dan wordt onze wereld wit, de rots verdwijnt, de bergen ook. Regen. Warme regen. Hier zeil je gewoon verder, niks geen regenpak nodig.

We maken nu echt geen voortgang meer, beslissen vóór de wind terug te varen. Onmiddellijk rust. Het is als met je auto van een onverharde weg vol met gaten, de oprit nemen naar een biljartgladde autosnelweg.

Vandaag : dag van besluiten nemen. Want na een half uur : de zon is er weer, we zien onze oorspronkelijke bestemming weer zitten , de wind is weg, we motoren lustig naar St. Anne.

Dolfijnen houden van ons Volvo Penta (motor) geluid, da’s duidelijk. Een twintigtal dieren duiken rond ons op en vergezellen ons een eindje. Ook zij stonden op Karen haar programma.

NIET op het programma : na aankomst, bijna tot slaaptijd zwoegen in de bilges : water opsoppen. Want we hebben “water in de kelder”, eigenlijk.
Elke goeie boot heeft een diepste put (bilgeput) om eventueel water te verzamelen. Een automatische pomp zorgt dat dit naar buiten verdwijnt. Zo ook op de Jakker. In de ruimtes onder de vloerdelen (ook bilge) pleegt ook wel eens water te staan, want allemaal in verbinding met elkaar. Wereldreizigers hebben te weinig plaats en stoppen die ruimtes vol, met spullen en voorraad, met alle leuke gevolgen ingeval van wateroverlast. Toen ik een blikje erwtjes wilde ophalen uit de kelder, merkte ik het water. Gelukkig zijn de wikkels al lang van de blikjes, maar er zitten nogal wat dozen en bakken die je wil controleren. Het valt allemaal reuze mee, karton en papier ligt er immers niet. Een dag uit ons zeilersleven gegrepen!

Waar kwam dat zoet water vandaan? Uit de bilgeput, voordat het kon weggepompt worden? Weer een probleem om op te lossen.
Kakkerlakken hebben we in ieder geval niet gespot. Dat karwei is in één moeite ook opgeknapt.