Het is nu vrijdag en Karen heeft al elke nacht in een andere baai geslapen. Schildpaddenbaai, zo noemen wij deze, Anse d' Arlet, met het typische kerkje, zo fotogeniek.


Ik moet dat niet uitleggen, zeker. Overal rondom ons duiken die grazers van de zee op. Komen een paar keer adem halen en vliegen-zwemmen dan weer terug naar hun wei, op de bodem van de baai, zo een 5-10 m diep.

 

We zijn dan al tal van keren tussen de rotsen en het koraal gaan snorkelen. Karen is onze gids, ze kent heel wat vissen. We hebben koffervisjes, juffertjes, één murene, papagaaivissen, trompetvissen, flying gurnards en wat weet ik niet al, gezien. Maar zo een schilpad zien 'vliegen', waw.

Al wat je moet doen, is je vanaf de Jakker in het water laten zakken en wachten. Niet te erg bewegen, ze zijn schuw en snelle zwemmers.

Nu nog enkel hun naam achterhalen.

 

De passaat die de laatste dagen "forte" was, gaat vanaf morgen wat afnemen. De deining, aan de kant van de oceaan tot 4 m hoog, ook.

Zouden we morgen eens naar St. Pierre zeilen? Die baai is minder beschut, de deining zou er wel eens hevig kunnen zijn. Maar je kan er wrakduiken, naar de boten die zonken tijdens de laatste vulkaanuitbarsting die St. Pierre volledig vernielde. Alle inwoners lieten het leven, behalve die ene gevangene die in elke gids over Martinique wordt vermeld.

En in St. Pierre zie je nog steeds sporen van die uitbarsting van Mont Pelée in 1902.

 

Maar dat lees je dan morgen weer.