Alsof ze op de catwalk loopt, zo komt ze op ons toe. Bevallig blauw kleedje. Een zwarte sjaal over haar schouders, accessoir waar ze mee wappert en manipuleert als de models die haar voorbeeld zijn. Zwarte modieuze kousen, met tekening, over haar al even zwarte benen. Even voorstellen : de office-girl van “Liferaft & Inflatable Center” waar we vanmorgen afmeren om de bodem van Jak te laten herstellen.

Nee, wij hebben geen polyesther bodem. Met opzet zo gekocht opdat we de hele bijboot dan, in een tas, binnen in Jakker kunnen opbergen. Maar er is een gaatje in de bodem, elke morgen moeten we nu pompen om geen slappe “vod” op het water te hebben. Beu zijn  we het !
Tony krijgt het ding niet geplakt. Foute lijm? En/of nog meer onvindbare gaatjes?
Hier gaan ze het oplossen. Jakker mag de ganse dag aan hun steiger blijven liggen.

Maar wat is het hier heet in de haveningang!!! Geef ons maar de koelte van een ankerplek, altijd waait er dan een heerlijk frisse wind door de boot. Veel werk verzetten we vandaag niet. Daarenboven is Tony nog verkouden, remember. We poetsen Jak met zeewater. Ook de zwarten die vlakbij aan jetski’s en motorboten werken, houden talrijke pauzes tussen het slome werken door.  Energie, bij deze temperaturen, ik weet ook niet waar je ze moet blijven halen. Toch wandelen we rond de lagoon naar de marina en terug en rond 16 u kunnen we Jak weer helemaal in elkaar zetten. Bodem keihard.
Op twee plekken zaten piepkleine gaatjes, zo vertelt men ons.

Daar gaat Tony een licht op. Niet de jongetjes op de Kaap Verden, waar we tot nog toe op  vloekten, zijn de zondebok…maar de zo broodnodige metalen kabel met hangslot om Jak vast te maken aan de dinghy steigers. Je kán je bijboot gewoon niet met een touw vastleggen, als al de anderen een metalen kabel gebruiken. Je zou de enige boot zijn die zonder tang of werktuig te pikken is ….  

Aan die kabel zat een draadje los, een echt weerhaakje is dat dan …..kan je je voorstellen wat zo een soort naald doet als het over een opblaasbodem schuurt? Dat moet er gebeurd zijn. Nu hebben we een kabel met wit plastic rond .

Die gaatjes : eigen schuld, dikke bult. Hadden we maar meteen een goeie kabel moeten gebruiken. Niks herstellen onder garantie.

 

 

P1311540 (Medium)P1311541 (Medium)P1311545 (Medium)

 

 

 

 

 

 




Het is half negen. Toch staat de vrouwelijke ranger van het Nationaal Park ons al op te wachten als we de steiger oplopen. “Good morning "en of we ook de fee willen gaan betalen aan de ingang. Ze loopt wel even mee.
Tegen dat we daar aankomen, weten we dat haar verloofde een Fin is, dat ze Finland al een paar keer bezocht, nooit in de winter en dat ze St. Lucia nooit zal ruilen voor dat koude land…
Ok, onze wandeling kan beginnen. Jambe de Bois (de eerste, een Franse piraat, om hier voet aan land te zetten) gebruikte de heuvel als piratennest om Spaanse schepen te overvallen. Maar de overblijfselen die je kan bezoeken, stammen uit de tijd van admiraal Rodney (1778) die hier een fort bouwde om de Franse vloot in de gaten te houden. De keuken, de verblijven van officieren en van de soldaten, het fort met een paar kanonnen bovenop de heuvel, dit alles is neergezet in een wat spookachtig decor, mét botanische allure want wat een prachtige bomen en struiken.

Beloning voor de steile klim heuvelopwaarts : het fraaie uitzicht op de boten voor anker.

Het is pas na de klimpartij over de rotsen tot aan de Carib Cave, als we in de Bar "Jambe de Bois" aan een collaatje sippen, dat Tony plots zegt :" Ik denk dat ik verkouden ben! "

Verkouden...in de Caraïben...kan dat?


 

P1301520 (Medium)P1301523 (Medium)P1301529 (Medium)

 






 


Wie laat er daar zijn anker achter ons vallen?
De Hullabaloo (= drukte) of Normandy. Het Groot Lawaai , zoals wij zeggen, precies omdat Craig de bescheidenheid zelve is.
We kozen vanmorgen voor een iets ander uitzicht en liggen nu vlakbij Pigeon Island aan de andere kant van Rodney Bay. Gelukkig toeval dat zij ook hier terecht komen. Hun oversteek, die samen met de onze aanving, leidde naar Antigua. Na een week ongeveer verloren we het contact met hen. Onze HF radio's konden niet met elkaar "praten" door niet afgestemde frequenties. Via Guadeloupe en Dominica zijn ze, met bezoek aan boord, naar hier afgezakt.

Fijn om bij een pintje wat te babbelen over de avonturen van de overtocht, de ontmoeting met wellicht “onze” orca’s, de ellende van het zeeziek zijn, over Australië en met dochter Kirsten, die op bezoek is, over Werchter! Ja, ja, “de Schuur” zet ons landje écht op de wereldkaart, zo blijkt maar weer eens.
Hier en nu beloven we, als we ooit in Australië geraken, zeker in Melbourne langs te gaan.

In het donker, we hebben weer eens geen lampje bij, dachten niet zo laat weg te blijven, vinden we Jakker toch vlot terug.
Morgenvroeg gaan we wandelen in het National Park van Pigeon Island.

 

 

 

Links Hullabaloo vóór Pigeon Island.

P1301518 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




Hier in Rodney Bay, St. Lucia, komen ze even samen : de lijntjes op de kaart van verschillende Nederlandse en Vlaamse zeilers. Liberty, Seamotions, ECH’o, Tante Rietje, Jakker.

Margreet en Erik (Liberty) zagen we gisteren al in de marina. De anderen arriveerden vanmorgen, liggen bij ons op anker.

Je kan het wel en wee van al deze mensen volgen op hun blog. Je ‘kent’ ze dus en toch ook niet echt. Blogvrienden : of hoe noem je dit (een beetje gezond nieuwsgierig) fenomeen.
Maar natuurlijk zijn de life verhalen veel leuker. Stel je voor dat je nog enkel blogs zou lezen. Trouwens, niet echt handig met al onze wifi problemen.

Met die mensen van vlees en bloed : 10 volwassenen en 4 kinderen, zetten we vanavond een stapje in de wereld. Een taxi, waarin we allemaal passen, zelfs zonder Caribisch gepush, neemt ons mee naar de jump-up van Gros Islet, de village van de locals. Het contrast van de huisjes met golfplaten dak met de chique landhuizen van Rodney Bay kan niet groter. Elke vrijdagavond is hier visbak en keiharde muziek. Hét evenement waar locals en toeristen mixen: zo staat het tenminste in onze pilot. Mijn indruk : de zwarten houden eerder van de erg late uurtjes. Is het omdat men waarschuwt niet té laat te blijven, ongure elementen maken de buurt wel eens onveilig.

We laten ons het ‘buffet’ smaken, overgieten alles met de nodige ‘Piton’biertjes en praten onze kelen schor terwijl we genieten van de lifemuziek en van de blonde kinderen die rietjes omtoveren tot blaaspijpen en zo verbroederen met de zwarte kinderen.

Rond cruisers-bedtijd (22u) zijn we terug aan boord. De muziek in the village blijft maar doorgaan…

 

 



Zo makkelijk is dat met een boot. Je haalt je anker op en je vaart weg.

Nu, vandaag was dat anker opgaan toch iets moeilijker. We hadden 40 m ketting ‘gestoken’. Da’s een behoorlijk eind om op te halen. Ik vaar dan vooruit zodat Tony slechts ketting dient binnen te halen en niet onze Jakker, op de ankerwinch, moet vooruittrekken. Ik probeer tot vlak boven het anker te varen. Je komt dan heel dicht bij de buren voorbij. Met die harde wind moet je ook nog vrij van hun kunnen blijven en dat terwijl de boot nog ergens in het zand vast hangt. Achteruit anker uitbreken, dan maar. Het lukt ook nog! Als je ketting maar kort genoeg is, zodat je boot er vlak boven drijft. Weg zijn we, naar St. Lucia.

Ruime wind : 5bf, tijdens de squalls : 6-7, en een paar fikse regenbuien. Gewone kost hier in de Carieb en zeker tussen de eilanden.  Vooral aan het einde van de tocht spelen de squalls met ons (Tony zijn) voeten. Work out, niks voor ons : zeil bijzetten, zeil minderen, dat is onze personal training.

Ongeveer drie uur later ronden we Pigeon Island en lopen Rodney Bay binnen. We vinden een plaatsje voor het strand.
Dan: Jak van het voordek in het water, Honda motor uit de bakskist en er achterop hangen.

Het sambaritme van de gevaarlijke dans met de Honda (weet je wel : Honda vanaf onze spiegel tillen ín de heftig bewegende Jak) is, nu we met behulp van de hefboom van de davits werken, smooth, meer rumba.

Hup, naar de customs. Cool, zich bewust van hun belangrijkheid, werken ze aan hun eigen tempo de jachties af. Je moet precies invullen waarom je hier bent, of je aan je boot gaat werken, welke plekken je gaat bezoeken. Dan : betalen, ongeveer € 15. Ok, mijnheer, je mag hier een maand blijven.

Nog even langs de prachtige houten huizen, met pijnlijk korte gazons, glooiend aflopend naar hún steiger met hún boot, vooraleer we weer huiswaarts keren.