Verzonden met WL2K
Met stip op nummer één van onze top tien van :"Te mijden havens" : Leixões (op anker).
Ik geef toe, we gaan zelf niet helemaal vrijuit. De marina binnenvaren was ook een optie geweest, maar daar hadden we geen zin in. Erg uitnodigend was die immers niet.
Een nacht schommelen dus, geen probleem. Dan slapen we goed, zeker nu we zo moe zijn van onze belevenissen. Tankers, containerschepen, cruiseschepen rondom ons, geen probleem.
Maar wat was dat vannacht? We schrikken wakker van het geluid ...van een gigantische tandartsboor, lijkt het wel. Het stopt even, begint dan telkens opnieuw. Stopjes in onze oren kan niet, we moeten de wekker horen, want willen vroeg op. Ondergaan dus dat lawaai.
Inderdaad, als we bij het eerste ochtendlicht ons hoofd buiten steken, ligt er een soort baggerschip bij ons in de buurt. Hij heeft vooraan een reuzengrote drilboor van wel 20 m lang om gaten in de rotsige ondergrond van de haven te boren???!!!!???? Even duidelijk zijn, daar waar ons anker, in de modder, bovenop ligt.
De schroef van een motorboot hoor je in een boot (onder water dus) als een hard soort geknetter. Maar het geluid van die drilboor gaat door merg en been.
Plots kan ik me een voorstelling maken van wat walvissen, dolfijnen, met hun veel beter gehoor, met hun gevoelig sonarsysteem, moeten afzien. Wat horen die arme beestjes een kakofonie onder water! Geen wonder dat ze soms gekke dingen doen en stranden.
Voor de tweede keer vertrekken we hier! Alhoewel het er nóg niet zo veelbelovend uitziet buiten.
Ben ik volop gas aan het geven om het anker uit te breken, komt daar plots de Polícia Marítima in een motorboot om de hoek. Nu zullen we het krijgen, zeker? Controle van de boot? Net nu? Nee, de mannen verzoeken ons heel vriendelijk, in hun beste Engels of we willen vertrekken want ze gaan explosieven tot ontploffing brengen. Vandaar dat boren, natuurlijk.
Met plezier, mannen. Adeus, Leixões.
We willen ongeveer 64 NM afleggen vandaag, dus eerst maar een flink stuk op motor zolang het nog niet genoeg waait om te zeilen. De deining is wel enorm. Ik zie, tegenover Tony gezeten in de kuip, ware bergen achter hem oprijzen. Vrees af en toe dat ze in de boot zullen slaan. Maar telkens gaat de Jakker er losjes overheen.
Het is nu nog beter uitkijken naar kleine en grote vissersboten, want die verdwijnen geheel achter deze golven.
Jezelf vasthouden is ook de boodschap. De boot rolt geweldig, moe in je rug word je ervan. En zeeziek, als je te lang binnen blijft, ikke toch. Ouwe (hm) zeerot, Tony, heeft daar geen last van. Ik las dat Laura zeeziek was...dat zal wel. Zij heeft geen Tony die binnen boterhammen kan smeren, koekjes zoeken onderaan in een kast, soepjes maken, drankjes halen.
Maar we schieten goed op. We vreten mijlen. En de wind blijft weg. Maar als hij niet mee wil waaien, is dat wellicht nog het beste.
Gaandeweg wordt de zee ook kalmer. Het binnenlopen, rond 18 u, in Figueira da Foz verloopt vlot en we krijgen het laatste vrije plaatsje in de haven. Overigens het duurste tot nu toe.
Figueira da Foz heeft een leuk oud centrum, een beetje vergane glorie, dat wel. We liggen net tegenover de overdekte markt. Kunnen ons dus morgen eens goed laten gaan. Fruit en groenten zijn helemaal opgepeuzeld als je een paar dagen niet aan land gaat.
Als we met een drankje in de kuip zitten in de ondergaande zon en zachtjes babbelen over volgende week als we bezoek krijgen van Karen, zijn we weer totaal gelukkig met ons leven als zwervers over de zee. Toch tot we moeten binnenvluchten vóór we opgevreten worden door de muggen. Het paradijs bestaat niet!!