Saint-Vaast-La-Hougue. 20 jaar geleden onder de mede-zeilers in onze toenmalige thuishaven Blankenberge een magische bestemming, want zo moeilijk te bereiken als het weer eens een hele tijd veel te hard waaide uit de verkeerde richting.  Ile de Tatihou, in de baai, nog zo een klinkende naam.

Wel, met zicht op dat eilandje en de ondergaande zon in onze rug, liggen we hier op anker rustig te genieten van een prachtige avond. Straks wacht ons nog het spektakel van de volle maan. Het kan niet op.

Genk on Stage, toch nog even in onze gedachten, is heel ver weg. Fien en Axel, Pierino en Lieve, denken jullie ook even aan ons?

We zetten een CD op en genieten.

 

De ruim 70 mijl tussen Fécamp en hier legden we weer grotendeels op motor af. Nog steeds amper wind. Tja, dat Azoren Hoog, hé.

Groot voordeel : nu hebben we gloeiend heet water in de boiler.  Een haven, hebben we niet nodig. Aan boord douchen, grote luxe, wellicht beter dan de douches "franse slag".

Dus plonsen we onze ploert overboord en wordt het een nachtje op anker.

Toch wat opletten.  Het tijverschil is ongeveer 7 m en je moet genoeg ketting steken ook voor hoog water. Onder gewone omstandigheden geef je 3 maal de diepte aan ketting, dan lig je goed vast. Dertig meter dus, dat moet volstaan.

 

Nu nog even een positierapportje verzenden en een weerbericht opvragen via de HF radio.

En dan begint het : de HF-kermis!!

Van zodra Tony verbinding maakt via onze modem en mails en weerberichten binnenhaalt of verzendt, gebeurt het. De lichtjes in de kajuit flikkeren aan en uit op het ritme van de uitzending, het verklikkerlichtje van de verwarming danst vrolijk mee, de metertjes van Ampère- en Voltmeter geven de maat aan. Er komt geen elektriciteit aan te pas.  Alle apparaten zijn uitgeschakeld.  Storingen, interferenties zo noemen we dit verschijnsel. Heel wispelturig zijn die storingen. Soms zijn ze d'er, soms helemaal niet. Hangt samen met frequentie en nog een boel andere dingen.

Op open zee is de HF-kermis helemaal hallucinant. Nietsvermoedend zat ik namiddag wat te lezen in de kuip, ondertussen de omgeving in de gaten houdend. De motor ronkte rustig, geen wind, weet je nog. Jefke (onze stuurautomaat) had letterlijk het roer in handen.

Plots maakt de Jakker  een vervaarlijke zwaai. Paniek in de kuip, bij mij dus. Jefke had nl. ook zin in een pretje en deed mee met de kermis. Hij draait de boot ineens 180 graden, met een rotvaart gaan we keihard de verkeerde richting uit en voor ik kan ingrijpen, maakt hij alweer een zwaai naar stuurboord. Om zeeziek van te worden.

Snel zelf het roer overnemen, terug naar onze oude koers.

Verdorie Tony, had je mij niet kunnen waarschuwen dat je ging zenden?

Weer een lesje.  Zenden op zee betekent Jefke op non-actief zetten.

 

 

 

Even tanken met de wagen, piece of cake! Tanken met de boot, altijd een avontuur!

Maar het was nodig, dat tanken. We hebben immers gisteren een grote afstand op motor afgelegd. Nadat we in alle vroegte Boulogne verlieten, hebben we nog een tweetal uurtjes gezeild.
Maar, zeilers kennen dat, het werd zulk mooi weer, de wind viel weg en ook de stroom ging tegen staan. Dan kan je kiezen, dobberen tot wie weet wanneer of dik tegen je (zeilers)zin, de motor aan het werk zetten.  Het zij zo, als je afstanden wil afleggen. We kunnen er maar beter aan wennen.  En wij wilden nu eenmaal graag naar Fécamp,

Diesel tanken dus vandaag.  Langsheen een heel laag ponton, met vervaarlijk uitstekende scherpe metalen delen. Helemaal in het hoekje van de haven met weinig ruimte om te maneuvreren. Mooi langs stuurboord afgemeerd, net op tijd de stootwillen op de juiste plek geschoven (die dingen hebben vaak ook zo hun eigen willetje). Kaart in de automaat, pompnummer ingeven, allemaal net als bij de dieselboer om de hoek.


Ik pak de behoorlijk zware slang. Verdorie, krijg ik dat kloteding nog niet halfweg onze vuldop. Je kan de slang niet verder uittrekken. Dus ....... terug in de houder. Touwen losgooien. Boot omdraaien. Ondertussen de stootwillen allemaal langs de andere kant hangen, telkens wel een paar meter over dek lopen. Waarom kochten we ook zo een grote boot?
Nu aan bakboord afmeren. Captain Tony heeft alles onder controle; het lukt weer perfect. Ik spring voor een tweede keer op het met diesel besmeurde ponton. Behoorlijk vastmaken. Opnieuw kaart, kies taal, geef pompnummer, pincode ....bla,bla. En ja, nu kunnen we net aan de vuldop. 104 liter kan erin!!

Nog veilig wegvaren, opgepast met die vlijmscherpe stukken aan de steiger.....
Ok, missie volbracht.

Dat koffietje op een terras in Fécamp hebben we gewoon verdiend. Witte kliffen, keienstrand, zon en blauwe zee. Laat dat vakantiegevoel nu maar komen.

 

 

 

P6230233 (Medium)P6230234 (Medium)P6230240 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van het herfstweekend in Blankenberge, onze vroegere thuishaven, onthouden we enkel het hartverwarmend bezoek van Karen (die ook nog vlug de Colruyt plunderde voor ons), de heerlijke  sliptongetjes in clubhuis ‘t Zeil, de lekker lange, hete douche.

Maandagochtend 6u30  : we steken onze neuzen uit het luik. Druilerig, koud, onaangename noordenwind …ideaal zeilweer dus. Voor we ons kunnen bedenken, gooien we los en stevenen op de havengeul af. De branding vóór  Blankenberge ziet er nog steeds venijnig uit, maar we laten ons niet intimideren. We zullen dat varkentje wel eens wassen.

Met rif in grootzeil en fok stuiven we ervandoor, langs onze Vlaamse betonkust. Echt niet zo ‘n fraai zicht, die aaneengesloten keten van appartementsblokken.
Af en toe, in een moedig straaltje zon, schittert er een strookje wit zand en duinen tussen al het beton.

Frankrijk verwelkomt ons met een waterzonnetje, dat steeds beter haar best doet.

Duinkerke, Calais, we weten het nog van vroeger, dat is boeitjes zeilen. De rode en groene tonnen markeren een soort snelweg voor boten.  Als je d’er mooi tussen blijft, geen probleem.
Ferry’s en zeeschepen die maken je ook hier weer het leven zuur.  Onze tactiek : je wacht met stalen zenuwen tot je ongeveer kan inschatten wat ze zullen doen en reageert daar dan op. Maar …… je kan dat pas zo laat zien en dan moet je ook razendsnel reageren. Die krengen hebben tot overmaat van ramp ook nog eens een heel grote dode hoek, kunnen je dus van de brug helemaal niet zien!  Telkens enorm spannend …de vloeken zijn niet van de lucht.

Maar het lieflijke Cap Blanc Nez bedaart de gemoederen weer snel, is echte balsem voor de ziel. De zon schijnt nu volop. We merken weer bruinvissen op, en, zien we dat nu goed : een ‘kanaalzwemmer’ . In zijn zwarte pak en al crawlend  lijkt hij de dolfijnen te willen bijhouden.

De wind is afgezwakt en in no time heb ik de spaghetti klaar.
Als we rond 20 u Boulogne bereiken, is ook de afwas aan kant en kunnen we nog even een stapje in de wereld zetten.
Surprise : het is vandaag in Frankrijk Fête de la Musique. Om ter hardst wordt er overal muziek (= in vele gevallen lawaai) gemaakt.

Maar na een bijzonder gesmaakte versie van  Ouchi Couchi Man (schrijf je dat zo) kunnen we lekker gaan slapen.  
Het zal pas morgen bij laag water zijn, dat we last zullen krijgen van de rioolgeur die de haven van Boulogne zo typeert.

 

 

 

p6210222 mediump6210227 mediump6220229 medium

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat gaat dat groot zeeschip nu doen? Komt het recht naar ons toe? Gaat het voor ons door? De opeenvolgende peilingen wijzen het uit. We moeten onze koers verleggen, oploeven (naar de wind toe) , om het vóór ons door te laten passeren. Dat schip volgt immers de geul voor zeeschepen, richting Antwerpen.

Ja, goed geraden.  We zitten op zee, richting Blankenberge.

Donderdagmorgen hielden we het wel voor bekeken op onze ankerplek. De wind is afgenomen tot 5 bf. De klussen moeten maar wachten. Om 9u gaan we ankerop.
In twee uurtjes zeilen we tot de uitgang van het Grevelingenmeer, de sluis bij Bruinisse.
Prettig tochtje, net bezeild.

Eenmaal geschut gaat het verder op de Oosterschelde naar Zierikzee. Ruime wind, een heerlijk zonnetje. Zo kan zeilen ook zijn.
De brug over de Oosterschelde opent zodra we d’ er aankomen. Geluk! Ze opent slechts rond het hele en het halve uur.
Zierikzee ligt net om de hoek. We vinden een plaatsje in de binnenhaven waar de jachten al drie dik tegen elkaar liggen.
Gezellig Zeeuws stadje met terrasjes die uitnodigen tot het drinken van een stevige Leffe. Na 5 dagen aan boord voelt de kade wat onstabiel aan. Zeebenen, weet je wel. Tegenhanger van zeeziekte.

Veel kunnen we niet drinken. Huiswerk maken, dat staat er op het programma. Uitrekenen wanneer we morgen best vertrekken, rekening houdend met het tij. Koersen uitzetten. Weerbericht beluisteren en evalueren.
Het tij staat buiten aan de Roompotsluis (uitgang van de Oosterschelde - stormvloedkering) mee vanaf ongeveer 12u30. Kunnen we toch nog uitslapen.
De weermensen voorspellen voor morgen N-NO 4-5 bf. Moet kunnen. Pas ‘s avonds zal het 6 bf worden en zal de wind naar NW draaien.  We wagen het erop.

Vrijdagmorgen begeleidt een zonnetje ons via het lange kanaal van Zierikzee naar de Oosterschelde. De bruinvissen (echte kleine dolfijnen) van Zierikzee wensen ons een goede vaart.

Al snel wordt het donkerder, wolken pakken samen. De wind wakkert aan. Maar als we rond 12u30 uit de sluis tuffen besluiten we toch door te gaan. Wat moeten we anders?

Met gereefd grootzeil en fok zeilen we hoog aan de wind door de geul die naar open zee leidt. Later kunnen we zeil lossen, de koers wordt comfortabeler. Maar de zee bouwt zich op.
Grote rollers kunnen de Jakker niet deren en we geven het stuur over aan Jefke, onze stuurautomaat. Die houdt het daar op het achterschip langer uit dan wij. Koud en vooral vochtig dat het intussen geworden is! We kleden ons steeds dikker aan, mutsen, sjaal zelfs handschoenen komen eraan te pas.
Zo kennen we de Noordzee weer : grauwe zee, donker weer, brekers, stuifwater ….. en dan die zeeschepen die in een paar minuten van een ver stipje tot een imposant dreigend vlakbij monster met dikke witte snor veranderen.
Een viertal van die monsters kruisen ons pad vandaag.

Nu zien we Blankenberge in de verte. De golven worden heviger, als we over de ondiepte zeilen. Grootzeil inrollen. Handig, niemand hoeft naar de mast, zoals vroeger.

Met een piepkleine fok, je weet nooit of je motor het opgeeft, surfen we Blankenberge binnen. De geul is gebaggerd, het is er diep genoeg maar bij deze wind staat er toch een behoorlijke swell en felle dwarsstroom.

Uiteindelijk toch wel een ruig tochtje. Maar ons vertrouwen in Jakker is nog maar eens bevestigd.

Vóór het slapengaan legt Sabine, op TV, nog even uit dat het morgen en zondag koud, winderig en nat gaat worden. In Blankenberge liggen we veilig voor een paar dagen!!

 

 

p6180215 mediump6180217 mediump6180219 medium

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lydia, nog even een antwoord op jouw ‘comment’.
Aan plaats voor een broodbakmachine geen gebrek. Stroom da’s een ander paar mouwen:  die machines werken op 220 V en dan hebben we walstroom nodig, of een omvormer maar dan neemt die machine veel te veel ampères uit onze 12 V boordaccu’s.
Idem dito voor waterkoker, strijkijzer, föhn…..
(vgl. een lamp van 100 W  op 220 V neemt 0,45 A, op 12 V wordt dat 8,3A, bij een broodbakmachine van bv. 1000W is dat 83 A !  Onze accu’s zouden vlug leeg zijn !)

Dus kneden maar dat brood.

 

 

 

 

Twee broden schuif ik in de oven. Ah ja, ons brood is op, zodoende.  Ik heb nu even de tijd om te schrijven.

Je hebt het ook gehoord van Frank Deboosere: harde wind! Gevolg : wij liggen nog steeds ‘om het hoekje’ te wachten. Het zeilersleven ten voeten uit. Raken we hier nog ooit weg. Wordt het donderdag of vrijdag echt beter?

Nog steeds op anker dus. Je moet je dat bij deze wind als volgt voorstellen.
We liggen achter onze ‘ploert’ : ons fonkelnieuw anker van 35 kg. Bijna dubbel zo zwaar als het origineel. Niet dat dit anker ons ooit in de steek liet, maar je vertrouwt je hele hebben en houwen toe aan dat stuk ijzer, onder de moeilijkste omstandigheden …het kan dus nooit té zwaar zijn.

“Als je in de haven wat schichtig, verlegen om je heen kijkt als mensen naar je zware anker wijzen, ga dan voor nóg een maat groter!”, een wijze raad van een collega-zeiler.

Ok, we liggen dus achter onze ploert als een huis. Nu ja, een huis op een horizontale schommel. We gieren immers, bij deze wind, flink. Jakker zwaait zo’n 90 ° heen en weer achter het gespannen touw. Dat zwaaien gaat behoorlijk snel, echt zoals op een schommel. Eens je aan de ene kant bent aangekomen, gaat het in een rotvaart weer naar de andere kant. Telkens opnieuw. Gratis Walibi!
Gelukkig hebben we daar beiden geen last van. Tony voelt die bewegingen zelfs nauwelijks.
Ik probeer het lot nog een beetje te tarten door binnen aan de kajuittafel te zitten tikken. Dan word je vlugger ziek, nl. Een beetje oefening kan geen kwaad. Op zee zal de schommel alleen maar heviger worden.

Onze tijd hier benutten we ten volle. Tony heeft de modem aan de praat gekregen en we kunnen nu via de HF-radio mails versturen, weerberichten ophalen en gribfiles, onze positie rapporteren. Niet te geloven, een wondertje van techniek!

Ook het klussen gaat gewoon door en daarbij is een eerste gewonde gevallen. Aan mij de twijfelachtige eer.
Bijna klaar met het polieren van de kuip, wilde ik het deksel van de bakskisten nog even doen. Een zwaar luik is dat, dat je zekert met een touwtje. Nu even niet, want dan kan ik niet overal bij. De wind (die nog toeneemt bij zo ‘n zwaai, weet je nog) denkt daar anders over en blaast met een enorme klap het luik dicht. Mijn arm was nét te laat weg.
De geweldige zalf, die ik van Karen kreeg, om bloeduitstortingen te helen, doet wonderen. Mijn arm heeft weer bijna normale proporties, nog wat schaafwonden blijven als getuigen over.

Nederig incasseer ik deze les in voorzichtigheid. Perfect timing !

 

 

 

 

JSN Mini template designed by JoomlaShine.com