Eerst is er de doordringende visgeur. Dan zien we wat wel een mega-wierveld  moet zijn. Maar het ligt zo hoog op het water?!  En de kleur klopt niet. Vervolgens zien we dit.

 

 

P7070333 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een dooie walvis van 12 m.

Op de navtex  waarschuwden ze daar een paar dagen geleden al voor.  Nu ligt die 20 - 30 ton blubber zomaar op ons pad.. ‘Ontmoetingen met walvissen’: we hadden daarbij een ander plaatje in gedachten.

Maar kom, we zeilen verder. Over de plek waar op 17 maart 1978 de Amoco Cadiz tijdens een zware storm stuurloos op de klippen liep. 223.000 ton ruwe olie stroomde er in zee. Een ramp voor de prachtige Bretoense kust, voor de vissers, voor het toerisme.

Erg veel veranderde er niet de afgelopen 32 jaar. Op dit ogenblik zitten we met een ramp van veel grotere omvang in de Golf van Mexico. Wordt daar nog over gerept in het nieuws trouwens??

Met alweer een beroemde vuurtoren le Four, dwars, stromen we het Chenal du Four binnen, de passage tussen de Pointe de Bretagne en het eiland Ouessant. Onze berekeningen kloppen eens te meer. We zeilen met 7 knopen tussen de boeien die het vaarwater markeren. Hier kan je enkel komen met goed weer en vooral goed zicht.
Viva la vida : schalt in de kuip. Genieten!

In de verte : Ouessant. Magisch eiland in de tijd van de druïden. Bezaaid met dolmen en cromlechs. Verblijfplaats voor de zielen van overledenen. Scheepskerkhof ook voor ontelbare ongelukkige zeemannen en hun boten. Nu nog steeds één van de belangrijkste aanlooppunten in de internationale scheepvaart.
Tony herinnert zich nog van zijn tijd bij de koopvaardij : Ouessant in het logboek betekende : bijna thuis.

Met Pointe de St Mathieu aan bakboord verleggen we onze koers richting Rade de Brest. Meteen wordt het warm. Laagje na laagje kleding pellen we af, heerlijk zon-koesteren is dit. Pien, weten jullie nog wel, had het echt wel bij het rechte eind. “Voor goed weer moet je voorbij de lijn Parijs - Brest“, herhaalde onze vader-van-alle-weermannen telkens.

We ontspannen. Nog een uurtje varen. Even het logboek bijvullen binnen.
“Jaklien, kom vlug”, kreet van Tony. Maar, zoals zo vaak, als ik als de bliksem de trap opstorm, is het fenomeen in kwestie al verdwenen.
Dit keer was het ‘iets zwarts, een vin als van een haai, of liever, twee vinnen, het bewoog heel traag, een maanvis misschien ………’
Ja, ja , zal wel.

Zonder problemen meren we een uur later langszij een Engels jacht. De haven van Camaret-sur-Mer ligt behoorlijk vol.
We passeren langs het Bureau de Port. Een affiche : Requin Pèlerin dans le Rade de Brest. Iedereen die denkt een walvishaai gezien te hebben, gelieve dat te signaleren. Je kan hem herkennen aan twee zwarte vinnen als van een haai. Hij beweegt traag door het water.
Potverdorie, Tony heeft gewoon een walvishaai gezien. Ne walvishaai, begot! Zo een gigantische krilslurper! Ikke stikjaloers!

Maar vandaag hoor ik als eerste het geluid van Flipper. Dat felle geklik van de dolfijn uit de TV reeks. Ik hoor hem ook ademen. Hij zit vlak aan onze steiger. Hij laat zich aaien. Is hij de huis (haven) dolfijn? Komt hij eten bedelen, of wat aandacht wellicht?  Hij is duidelijk gewoon aan mensen.

Een laatste hap lucht; een geluid als van perslucht, ik zie de klep voor het ademgat sluiten en weg is hij!

Zeezoogdierendag, of hoe noem je dat !

O ja, wat is een Navtex :  een soort faxtoestel, zonder papier. Op de display verschijnen weer- en navigatieberichten voor zeevarenden. B.v. Over werkschepen die je moet vermijden, losgeslagen boeien of, heel uitzonderlijk, dode walvissen.

 

 

 

P7080339 (Medium)P7080340 (Medium)P7060330 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

Additional information