Positie : Tampagaram, Sorong (West-Papua).
Bij het stadje Seget.
We hebben het even echt wel gehad. Wat is dat toch met Indonesië ? We hebben hier precies geen geluk. Opnieuw slaat het noodlot serieus toe. Eindelijk ontdekt Tony de oorzaak van het schreeuwend, ongezond rammelend lawaai als de motor bolt.
Niet de schroef, niet de schroefas zijn de schuldigen maar wel het rubberen buitenlager van de schroefas. Je kan de as gewoon in het lager heen en weer bewegen. Dit is helemaal fout, totaal niet zoals het hoort. Wat nu?
We hebben een vervang lager aan boord maar om dat te plaatsen moet de boot uit het water.
Het plan om dit in Liapari te doen, een half jaar geleden, lieten we varen omdat het daar praktisch ondoenbaar was, bovendien was het lager toen nog in prima conditie.
Pech dus....of ook weer niet. We zijn nog niet te ver af van één van de in het totaal vijf plekken waar in Indonesië de boot uit het water kan.
Terug varen is nooit plezant maar het is van “moeten”. Laten we hopen dat Wick ons vlug zal kunnen helpen, zodat we niet te veel tijd verliezen.
Ook in het paradijs moet er gewassen worden.
Jakker voor, wat ik Chichen Itza, noem.
En Jakker gezien van bovenop die berg.
Doorgaan met van West-Misool genieten, wordt nu moeilijk. De vele eilandjes in kalksteen doen erg aan Wayag denken, dezelfde Bora kleurtjes, zo noemen wij die talloze schakeringen van zeegroen naar turkoois blauw.
Ik ontdek zelfs een 24 m diep plekje om te ankeren. Dat vinden we goed te doen ! Vroeger dachten we daar totaal anders over. Weet je nog de tijd toen we niet dieper dan 10 m ankerden ?
De stroming blaast je hier van je sokken, maar we liggen goed vast, dat merken we als er de eerste nacht een fameus onweer overtrekt met keiharde regen. Onze tanks lopen over.
Hier vertrekt de trap naar boven.
Even uitrusten.
Je krijgt niet genoeg van deze panorama's.
Voor een paar uur krijgen we gezelschap van een heus superjacht. Er is geen tijd om gezellig wat te babbelen, ze komen ons wel een emmer ijs brengen. De gin en rum leveren we zelf. Sundowners als vanouds, met ons tweetjes.
Ook hier kan je op een berg klimmen. Ik noem hem Chichen Itza, hij torent hoog achter ons, oogt als El Castillo, de Mexicaanse piramide. De klim is een trappenloop om u tegen te zeggen, maar liefst 300 treden. Het bijt in je kuiten. Maar het vordert toch sneller dan een echte “handen en voeten” klim.
Kortstondig gezelschap van een superjacht .
Pats, als in een kwade droom, in één klap weg al dat leuks. Tony deed net de vreselijk ontnuchterende ontdekking, we zullen uit het water moeten om het schroefaslager te vervangen.
We moeten ons nu focussen op afspraken maken, voorbereidingen treffen, plannen resoluut omgooien.
Ik betrouw op de HF radio om het eerste contact te leggen in verband met het uit het water halen van Jakker. Hier is geen 4 G, geen Whatsapp. Gelukkig, Wick (dezelfde man van de ankerwinch en Tampagaram ) is ook eigenaar van de haul out Marina Helena. Hij kent ons.
Antwoordt meteen dat we binnen een week of twee eruit kunnen.
Niet zo snel als we hoopten. Dan nadert ook weer het eind van de maand en onze tweede visum verlenging. Bovendien begint binnenkort de NW moeson tijd, inclusief veel tegenwind.
Potverdorie, we hebben onze buik vol. Brainstormen een avond en beslissen om naar huis te vliegen voor een paar maanden. Familie en vrienden weerzien, al is dit niet ons favoriete seizoen daarvoor. Het werk en de reis zullen wel wachten. Even de pauzeknop indrukken, moet kunnen.