Positie : Kavieng, Nusa Island Retreat, PNG.
12 June '23, 13 years under way now ! !
Afscheid van de Salomons eilanden.
Pikzwart is de lucht rondom ons. We vrezen een erg zware bui, beginnen spullen die rondslingeren in de kuip op te ruimen, bereiden ons helemaal voor en...natuurlijk of liever gelukkig, de bui drijft over. We zijn er niet rouwig om. We hebben al genoeg te stellen met de meedogenloze stroming van wel 2,5 knopen tegen ! Te zeilen valt er niks. Op motor slalommen we rondom de vele eilandjes aan een snelheid van 7 kn door het water. Over de grond is dat rond 4 kn. We bewonderen die vele eilanden. Zoveel amper bewoonde ruimte. Het hoge eiland Bougainville (dit is reeds Papoea-Nieuw-Guinea) torent overal bovenuit.
Geen wonder dat dit hier sinds mensenheugenis smokkelgebied is. Tijdens de covid pandemie ontplooide de Solomon regering stevige politie controles hier. Getuige de grote politie grenspost (Kulitamai) waar we een week “te gast” waren.
De regen komt er later toch nog. Een halve nacht navigeren we binnen, zittend aan de kaartentafel vanwaar we alles kunnen zien, op GPS, en regelen, met de afstandsbediening van de stuurautomaat. Om het kwartier je kop eens buiten steken voor een 360° scan van de omgeving. Een gemiste cargoboot aan de horizon is binnen de 12 tot 15 minuten bij je, luidt de theorie. Daarom.
Dit is routine, maar hier op deze totaal lege zee eigenlijk overbodig.
PNG flag.
Pinipel eiland.
We zeilen 20 uur lang en als we, in de vroege ochtend, Pinipel island (Green Islands, NW van Bougainville) ontwaren, besluiten we binnen te varen. In de lagune een vijftal outriggers die gaan vissen, zo delen ze ons mee en dat we welcome zijn ! Papoea Nieuw Guinea : men waarschuwde er ons genoeg voor. Gevaarlijk. Maar de mensen, hun voorvaderen nog koppensnellers, groeten ons uiterst vriendelijk.
We vinden geen plekje dat minder diep dan 25 m diep is. We houden daar niet zo van, het is een zware belasting voor de ankerwinch om al dat gewicht, van veel ketting in combinatie met ons zwaar anker, nadien weer op te halen.
We willen hier rusten, hebben het even gehad. Ondraaglijke jeuk aan de, in Balalae opgelopen, beten doet Tony naar pijnstillers grijpen. Hij neemt al anti-histamine pillen en smeert zijn speciale anti-allergische zalf, toch houdt de jeuk hem wakker 's nachts en kan hij geen kleren verdragen. Buiten de kleine vlekjes op zijn geteisterde enkels, verschijnen er nu rode , gezwollen cirkelvormige vlekken op zijn bovenbenen tot zelfs bij zijn navel. Rust zal misschien helpen.
En dat hebben we hier wel. Af en toe komt een “tini" (outrigger kano) langszij. De eilandbewoners zijn nieuwsgierig, zien bijna geen jachten en willen ons verhaal horen.
De ene brengt een vis, de andere een zak “sweet moli” (mandarijntjes) waarvan we eerst dachten dat het limoenen waren. Rijst of suiker is het gangbare betaalmiddel.
We laten een kleine jongen de boot even zien en voor we het weten zitten we de volgende dag met 5 volwassen mannen aan boord. Joe, Carlos, Alex, John, Jack allen willen ze een glimp opvangen van het interieur van Jakker. Het moet wel zijn dat we deze mensen vertrouwen, normaal doen we dit soort rondleidingen niet .
Ze vertellen van hun dorp, van hun tochten naar Nissan Island over de vaak ruwe zee, van de twee gemeenschappen die op het eiland wonen, van de moeilijke zoektocht naar een geschikte vrouw die geen familie van hen is. Ze willen meer weten over België, luisteren graag naar ons verhaal.
Ismaël, who wants to see our boat, and his dad do surprise us with a fish.
The big guys also want to see the boat.
Jack shows us his self-made speargun.
Tony taking care of Labakions wounded leg.
Yachties , dat weten ze, hebben wel wat medicijnen aan boord. Ze komen daarom om panadol of een anti-diarree middel vragen in ruil voor kokosnoten. Een cousin komt het hele stuk geroeid met zijn kleine neefje, Labakion, diens bovenbeen is flink verbrand door een ongelukje met kokend water.
We ontsmetten de wonde en verbinden ze. Geven nog een restje flammazine zalf mee.
We betwijfelen of ze onze raad, de wonde droog en zuiver te houden, zelfs als ze het zouden willen, kunnen opvolgen. Zo een kleintje speelt voortdurend in en rond het water en zelfs in huis kan je niet aan de zandbodem ontkomen. De kano's, waarmee alle transport gebeurt, staan altijd vol water, er moet constant gehoosd en dat is vaak de taak van de kleintjes.
We duimen voor de kleine Labakion.
Vandaag is het is tijd om verder te zeilen. Dat is wat we invulden op de brief van de chief die Elizabeth, Maikeline, Jessica en vrienden kwamen brengen. Hij had onze gegevens nodig voor zijn boeken, die hij als baas van Pinipel bijhoudt.
Onze dinghy ligt nog steeds aan dek, lekker makkelijk. We waren hier niet aan land, het dorp kwam voor een keertje naar ons.
They brought us the letter with a message of the chief.
More visitors !
Naar Kavieng.
In een maanloze, pikdonkere nacht schitteren de sterrenbeelden net als in een les voorbeeld. Het Zuiderkruis, met links daarvan de prachtige S-vorm van de Schorpioen, mijn (favoriete )sterrenbeeld, daar tegenover de Grote Beer want we zitten maar 2 ° zuid van de evenaar en dan kan je ook dit sterrenbeeld van het noordelijk halfrond zien, de Melkweg en nog zoveel meer.
In de verte de felle lichten van de goudmijn bij de Lihir eilanden .
Er is geen wind, we motoren heel langzaam verder, willen niet te vroeg in Kavieng toekomen. Voor de rest niks speciaal te melden enkel dat slapen geen enkel probleem vormt op deze rustige zee.
Kavieng, je moet maar eens op de kaart kijken, ligt te midden van talloze eilandjes. We zoeken onze weg en droppen, begeleid door een groepje dolfijnen, tegenover het Nusa Island Retreat, het anker, het is zondagochtend 9 u.
Entering Kavieng lagoon.
Our anchorspot near Nusa Island Retreat.
Al meer dan een week genieten we nu het leven op de ankerplek. Het inklaren (de emergency procedure zonder dat we op voorhand een visa aanvroegen) gebeurt erg gemoedelijk. De officials vragen aan óns hoe lang we willen blijven, we krijgen meteen een stempel in ons paspoort, moeten helemaal geen papieren invullen. Dromen we?
De boot van het resort verzorgt een ferrydienst naar Kavieng. Eerst maar eens onze Solomon dollars omruilen voor PNG Kina. De wachttijd van een uur doden we met een leuke conversatie met Mike een jonge politieman die achter ons in de “queue” staat. Twee, honderd Solomon dollar biljetten (elk 10 € waard ) worden geweigerd, een vlekje aan de rand kan niet door de beugel.
Nieuwe sim kaart kopen en beltegoed, op ontdekking in supermarkten, het zijn zo de rituelen van aankomen in een nieuw land.
We kunnen zelfs koffie scoren,(we zitten al 4 maanden zonder), de beroemde koffie van de hoogste berg van PNG, Mount Wilhelm (4.499 m).
First thing to do in a new country is to buy a simcard.
In the streets of Kavieng.
Cooking gas is er echter in gans Kavieng niet te vinden.
In de stad lopen is best vermoeiend. Iedereen zegt goeiedag en How are you? Ze zien ons witte mensen al van mijlenver aankomen.
Ik zie een opa, kleinkind bij de hand, naar ons wijzen van de overkant van de straat.
Over het main land doen verhalen van “raskol gangs” de ronde.
Maar hier geen spoor van de gevaarlijke toestanden waarvoor PNG berucht is. Klopt het echt dat Kavieng de veiligste stad is van het land ?
Gevaarlijk zijn enkel de trottoirs. Terwijl de straat weinig gaten vertoont, breek je bijna je benen op de vreselijk ongelijke stoep.
Boats from the surrounding islands come to the market.
Pouring rain while we are at the market.
On our way back to the boat with the Nusa ferry.
Nusa Island Retreat.
Het resort is een verhaal apart. Samen met Simone en Agustin van sv Huaiqui brengen we er vele gezellige uren door. Ontbijt, lunch en diner buffet , het is er allemaal even lekker.
We laten ons eens goed gaan.
Veel regen en wind houdt ons langer hier dan verwacht. Toch vinden we ook tijd om te snorkelen op, geloof het of niet, weer een Japans vliegtuig en een scheepswrak.
Kavieng was immers ook weer een grote Japanse luchtmachtbasis. Amerikaanse bommen- eskaders bombardeerden de kwetsbare, op het water geankerde vliegboten die prompt ter plekke zonken. De bodem is ermee bezaaid.
Een oude goedlachse man, John,komt een praatje maken, vertelt over het vroegere Kavieng en hoe zijn vader onder de Japanners vocht.
We wandelen rond Big Nusa eiland op zoek naar de grote kanonnen bedoeld om schepen onder vuur te nemen.
Met vele goeie herinneringen aan Kavieng trekken we weer verder.
One of the bungalows in the resort.
Meet the pets of the resort, the Blyth's hornbill . (Paoea Jaarvogel - een neushoornvogel).
Our walk to the Japanese cannons with our guide Marala, definitely addicted to betelnut.
Papoea-Nieuw-Guinea, wie had dat ooit gedacht ?
- Details