Positie : Munda, Agnes Gateway Lodge.





Vogeltjes.
We werden al door allerlei ongedierte belaagd : zwermen muggen, horden vliegen, vervelende motjes, meelinsecten in al onze kasten tot onder de vloerplanken, een enkele Balbuzard (zee arend in NC) die onze zalingen als uitkijkpost verkoos, maar nu zijn we echt ten einde raad. Zwermen spreeuw-achtige vogeltjes hebben onze Jakker ingepalmd en zijn met geen middel af te schrikken. Ze zitten bovenop de mast, op de zalingen, op de achterstag en dumpen vogelkak met purper fruitkleurtje en ladingen “kersen”pitten op dek, bimini en buiskap.
Tijdens een regenbui probeerde ik alles eraf te wassen, de pitten overboord te gooien maar die rotvogeltjes lachen me achter mijn rug uit en doen gewoon verder.
Wat nu met onze regenwateropvang? De bimini (ons stoffen dak over de kuip dat via alu gootjes het lekkere regenwater opvangt) ligt vol met pitjes, die ook al in de tuinslangen zitten waarlangs het water in de jerrycans loopt, en is purper gekleurd door de bessenkak.
Daar gaat ons lekker, gezond water. Pas als de bimini perfect schoongewassen is, kunnen we de wateropvang terug opstarten.

Maar we lossen het op. Tony, vogeltjeskenner (!?) bij uitstek, denkt dat de beestjes het enkel erg dicht bij huis zoeken. Dat, als we iets verder op het water verhuizen, ze niet zullen volgen.
Ik heb mijn bedenkingen maar, zoals zo vaak, moet ik hem gelijk geven. 500 m verder laten ze ons met rust. Laten we hopen voorgoed. We poetsen het dek met zeewater en een half uur later spoelt een welkome regenbui alles met zoet water na. Perfect timing.



Munda Dive, we liggen er tegenover op anker, is bekend. Karen en JM doken hier 5 jaar geleden ook al.
Voor mijn verjaardag regelt Tony een rifmuur duik en twee duiken op WOII vliegtuigwrakken. Slimmerik, vooral voor hem, kenner en liefhebber van warbirds, een hoogtepunt. Hij inspecteert de Airocobra (op 28 m diepte) en de Dauntless (op 12 m) grondig.
Onze gids-dive master, Jena, is niet zomaar de eerste de beste. Ze blijkt een prinses te zijn, haar betovergrootvaders schedel rust in een schrijn op Skull eiland. Ze vertelt graag over haar voorouders, de kannibalen. Is zelf heel wat zachtaardiger, een warme mama van twee school kinderen.



Jena, prinses - dive master . 


Airacobra op 28 m diepte. 





Douglas  Dauntless. 

JFK eiland.
Voor de lunchpauze tijdens deze two tank dive bezoeken we Kennedy eiland, Lubaria. Inderdaad de Amerikaanse president J.F.K. diende hier tijdens de oorlog. Hij was commandant van de PT109 een motor torpedoboot die als taak had 's nachts vijandige Japanse boten te torpederen. Mijnheer Niceley (80 jaar oud) wandelt met ons rond het eiland waar Kennedy sliep, at, uitrustte. Hij wijst ons de mess, de bakkerij, de bunker, of toch de plek waar die gebouwtjes stonden, telkens luid klagend dat alles verwoest en gestolen is, zelfs het kleine museum is geplunderd door boosaardige eilandbewoners.

Iedereen hier kent het verhaal hoe Kennedy's boot doormidden gevaren werd door een Japans schip. Hoe hij met een zwaar verbrande soldaat, het lint van zijn zwemvest tussen zijn tanden, naar een wel erg kaal eiland zwom, samen met de 10 andere overlevenden. Vooraleer hij kan proberen de Amerikanen in de buurt te waarschuwen, moet hij nog vele kilometers rondzwemmen op zoek naar een eiland met kokosnoten en drinkwater, zodat ze tenminste kunnen overleven. Daar schrijft hij een boodschap op een kokosnoot, die hij vervolgens meegeeft aan twee eilanders om ze stiekem te bezorgen aan de Amerikanen die op een naburig eiland in de bergen zitten. De mannen kregen de opdracht de kokosnoot onmiddellijk weg te maken als ze door Japanners, die een deel van het eiland beheersten, zouden worden aangehouden. Maar Gasa en Kumana kunnen de boodschap : “These 2 natives know where we 11 are.” bezorgen en de redding komt op gang.
De kokosnoot plaatst president JFK later op zijn bureau in de oval office . De twee mannen worden uitgenodigd bij zijn inauguratie. Tot op heden vergeten de Kennedy's de Solomon Islands niet. Caroline, Kennedy's dochter, bracht nog onlangs een bezoek.








De kranige mister Niceley, conservator, baby tijdens de oorlog.

Museum.
Het museum van Barney, dat we bezoeken, is verre van geplunderd, volgepropt als het is met alle oorlogsspullen die hij in de wijde omgeving heeft kunnen vinden. Maar hij deed meer. Minutieus heeft hij in boeken en later op you tube verklaringen, foto's, uitleg over alle gevonden voorwerpen Japans en/of Amerikaans opgezocht en onthouden. “Peter Joseph museum”, noemt hij het, naar de naam op de eerste gevonden dogtag. Hij heeft deze man, die de oorlog overleefde en er helemaal niet meer aan herinnerd wilde worden, kunnen contacteren en tot meer samenwerking kunnen overreden.

Markant detail : in zijn gastenboek staat in 2017 de naam van Karen. Hij herinnert zich haar nog als dat “Duits (?) meisje met een broer die C130 vliegt”. Dat nu hun ouders hier staan, lijkt haast onmogelijk. Hallucinant.



Met Barney in zijn museum. 



Zoveel spullen . 



Ergens in de jungle , Japanse kanonnen.



Agnes Gateway Lodge.
 



Ons bootje. 

Additional information