Positie : Palikulo Bay , Espiritu Santo.

Sunset at Ratua Resort. 

Het uitzieken van onze verkoudheid heeft lang genoeg geduurd, besluiten we. We kunnen terug onder de mensen komen en liften de volgende dag het anker om richting het eiland Espiritu Santo, naar Luganville te varen. Een droomtocht van een ganse dag heerlijk zeilen, genoeg wind en weinig golven. Zo hadden we het al lange tijd niet meer.
Op de ankerplek bij hoofdstad Luganville blijven we net lang genoeg om twee toffe Australiërs (Nico is eigenlijk Nederlander, een vijftiger, zelf naar Australië, geïmmigreerd) te ontmoeten.Het klikt meteen , maar zoals zo vaak volgt al dadelijk het afscheid.
Zij vertrekken zondagochtend, dan wij ook, waarom niet. We weten nog een mooi plekje. Ratua Island. Een zeiltochtje van 10 mijl naar de andere kant van het eiland Aore. Er ligt een klein resort met toffe Nieuw-Zeelandse eigenaars.

We beleven er wat heerlijke avonden. Dineren op het strand, aan een echte resort prijs, iets boven ons budget, maar moet kunnen zo af en toe. Met de hotelgasten wordt het een leuke boel als iemand een playlist met ieders verzoeknummers begint samen te stellen en vervolgens die playlist over de boxen laat klinken. Er wordt meegezongen en gedanst, stel je voor onze tegenvoeters kennen de Hucklebuck !
Die spontane, niet-georganiseerde avonden zijn de leukste.
Er is weinig volk in het resort want de herstel werken na cycloon Harold (april 2020) zijn nog maar pas gestart en de betonmolen draait van 's morgens tot 's avonds.
Harold heeft in volle covid tijd toegeslagen en het eiland Santo erg zwaar aangepakt. Je kan het nog overal zien. Geld voor herstellingen is er amper. Het toerisme, stilgevallen wegens covid, draait nog helemaal niet goed.

Diner in stijl met de voeten in het zand.

We snorkelen op het nabije rif waar genoeg stroming staat om mooi koraal op te leveren. We doen er een check duik. Goed idee, want wat blijkt ? Tony zijn duikvest blaast zich de hele tijd automatisch op. Dit is niet de bedoeling ! Je laat lucht uit je vest om te dalen en je positie in het water te trimmen. Slechts af en toe is het nodig lucht in je vest te laten om te stijgen.
Er is beslist iets mis met de inflator. Tony verhelpt het snel. Hij haalt het ding uit elkaar, legt het een nacht in azijnwater zodat kalk en zout oplossen, zet het terug in mekaar. Klaar.
Ik zei het al, goed idee die checkduik. Nu kan Tony tenminste voluit gaan voor zijn wrakduik op de SS President Coolidge.





Paul, een Australische zeiler, die ook bij Ratua ligt en in Santo helemaal thuis is, regelt voor hem een twee tank duik. Een must voor geroutineerde en vooral wrakduikers. Deze luxe pakketboot werd gebouwd in 1931 en na problemen en schulden, overgedragen aan de Amerikaanse staat die het ombouwde tot troepentransportschip. Zij liep hier in 1942 op een mijn, werd door de kapitein met opzet op het strand gezet, zodat er slechts twee slachtoffers te betreuren vielen, zonk op een paar uur tijd, waar zij onmiddellijk naar de dieperik schoof en nu op haar zij, tussen 20 en 70 m voor eeuwig rust. Een schip als de Titanic met precies zo een majestueuze trap.
De “Lady” even aanraken, het kleine beeldje van een lady die leunt tegen een eenhoorn en in de rokerslounge stond, werd het ultieme gebaar voor menig duiker.
Interessanter voor liefhebbers : het ruim volgestouwd met JMC trucks, wapens, munitie, jeeps, kanonnen.
Tony geniet.

Het is moeilijk je nu in te denken hoe in volle oorlogstijd het water waar we nu op dobberen propvol lag met boten, dat er aan land vier grote vliegvelden pronkten, er 40.000 militairen gestationeerd waren, 4 tot 500.000 man hier doorreisden . Een gekrioel van belang in het stadje van nu zo een 14.000 inwoners.
Er rest enkel nog, de snelwegbrede hoofdstraat (breed genoeg om 4 trucks langs elkaar toe te laten, daar stond de commandant op), nog wat van de quonset hutten, overwoekerde vliegvelden, overal verspreide wrakken en million dollarpoint waar men na de oorlog alle materiaal gewoon in zee duwde.

Om onze provisies weer aan te vullen, ankeren we bij het Beachfront Resort in Luganville. Dichtbij de stad om inkopen te doen en toch rustig zodat we elke avond van het zwembad, een drankje en hapje kunnen genieten én van een gesprekje met een leuk NZ gezin met vakantie. We lezen online wat nieuws, hebben één avond zelfs, toevallig, door het indrukken van een fout knopje, een verrassings babbeltje met een beste vriendin.

Voor het Beachfront Resort.

Gasbus laten vullen...



...en samen met diesel en benzine aan boord brengen.

We mailen ook nog steeds met een ambtenaar in Noro (Salomon eilanden). Als hij ons laat weten dat we een PCR test nodig hebben en een sanitair certificaat voor de boot en we beseffen dat het ons meer dan 1.500 € extra zal kosten, meer nog dat deze dingen in Sola, onze laatste haven niet mogelijk zijn, raken we even in paniek. Moeten we onze bestemming nu nog wijzigen? Maar dan stelt hij ons meteen ook weer gerust. In de Salomons kan dit ook nog geregeld worden. Laten we dat dan maar hopen.

Prompt gaan we uitklaren in het immigratiekantoor, dat kunnen we in Sola niet. Zeven ingevulde formulieren en flink wat wachten later verlaten we zwetend het piepkleine kantoor, mét een stempel van Vanuatu in ons paspoort (tot 30 oktober).
Douane is er wél op Sola. Die formaliteiten kunnen we daar volbrengen. We hebben alvast een brief voor hun bij.

De vier trucks brede hoofdstraat.


Markt in Luganville.

 

Additional information