Positie : aan een mooring van de jachtclub – Port Vila – Vanuatu.



Bruisende, ziedende witte golfkammen breken achter en langs onze boot. Zo ver ik kan kijken, een dreigend landschap van witte, hoge pieken en grijze steile “Noordzee” golven. Massa's groen water torenen hoog boven ons en donderen dan toch steeds, gelukkig, onder de boot door. Af en toe waait een zoute spray of, minder aangenaam, een grote klatsch zout water van een golfkam in het achterste deel van onze kuip.
Welkom op zee ! Zo hadden we het niet bedoeld, maar het is ons allemaal erg bekend.
Binnen voel je al dat geweld veel minder, maar het concert van pottekes, bakjes, honderden spulletjes die een mens nu eenmaal meezeult in kastjes en op rekjes en die je niet allemaal zeevast kan zetten en die bij elke beweging tegen elkaar en de wand botsen, valt niet te negeren, wat een kakofonie. Daar moet je weer aan wennen. Elke twee seconden raast de boot van links naar rechts, in een grote schommelbeweging. Kan je je dat voorstellen? Kling, klang, rododododo, pok, pok...

De aanvankelijk vrij rustige zee is gaandeweg steeds ruwer geworden. Zo gaat dat nu eenmaal. De wind waait hard 20-25 kn pal vanachter. Wij lopen tenminste wel heel erg goed enkel op een gereefd voorzeil..
Jefke (een koosnaampje voor onze elektrische stuurautomaat) doet het nog goed, maar krijgt het steeds moeilijker in de zware zee die de boot altijd uit koers duwt. Even in herinnering brengen wellicht, wij sturen haast nooit zelf op zee, Jefke die doet het zware werk.
Maar o wee, wat als hij plots in alarm gaat ? Tony's wacht en ik lig net te doezelen. Piep, piep, piep ! We vliegen alle twee op. Een alarm als je op zee bent, in het donker. Ik haat dat.
Jefke is gestopt. Even resetten en hij doet het weer.
Maar steeds vaker valt hij uit tot hij tenslotte helemaal afhaakt.

Gelukkig hebben we Pierke nog, onze windvaan, nog zo een robot bemanningslid, hij stuurt puur op de wind en verbruikt geen energie van batterijen. En alsof hij problemen vermoedde, Tony installeerde hem vóór we vertrokken, normaal doet hij dat niet voor een kortere trip.
Nadeel van dit “crewlid” is dat de afstelling ervan door middel van touwtjes en katrolletjes niet zo makkelijk is. “Trial and error” is nu eenmaal niet zo eenvoudig als een druk op een knopje, met de boodschap : “Stuur iets meer naar stuurboord of bakboord.” Pierke stuur je door via een touwtje een wieltje naar boven of beneden te draaien. Het is precisiewerk daar op het zoute achterschip.
Maar hij helpt ons geweldig uit de nood en stuurt de verdere 250 mijl vrijwel zonder problemen.

Pierke in volle actie. Regelen doen we door middel van het kleine rode touwtje .

Vrijdagmiddag stormen we met hoge achterop lopende zee de grote baai van Port Vila binnen en ankeren op de ons al bekende “quarantaine “ plek. De gele quarantaine vlag wappert in het want. Die zo vaak gehezen verplichte vlag als je een nieuw land aandoet, een overblijfsel uit de tijd toen zware epidemieën eeuwen geleden door schepen konden worden veroorzaakt of verspreid, heeft sinds covid weer betekenis gekregen.

's Namiddags worden de dames van immigratie en douane netjes bij onze boot afgeleverd. De meeste formulieren vulden we al in en stuurden hen per email. Inclusief het indrukwekkende formulier over de gezondheid aan boord dat we nog in extremis, met onze laatste 4G credits, invulden in de beruchte Havannah pas, de “uitgang” van Nieuw-Caledonië.
Vragen als :
– hoeveel dead bodies heb je aan boord en waaraan stierven ze ?
– welke ziektes heersen er aan boord? Welke symptomen vertonen de zieken?
– wie is er de chirurg ? – hebben jullie verstekelingen aan boord, hoeveel ?
Man, man, we zijn toch geen cruiseschip of cargo ! Maar je vult dat allemaal braafjes in met de smartphone toetsjes op een flink golvend schip. Steeds fouten corrigerend . Je weet wel, zoals smsjes intikken in een rijdende auto !

Maar wonder boven wonder, ze hebben alles ontvangen. We mogen 120 dagen blijven in Vanuatu en als we het goed begrijpen kunnen we dinsdag een permit halen om alle eilanden te bezoeken! Tevreden genieten we even later van ons biertje. De harde muziek van de discotheek vlakbij zal ons pas, als we willen slapen, storen.

In Vanuatu schrijft men fonetisch : dit is  Number one café.  

 Bloemenmarkt . 

Later regelen we één van de weinige al gecontroleerde en goed bevonden boeien bij Yachting World , de kleine marina van Port Vila. Covid is nog niet veraf. De Australische eigenaar, zelf pas 3 weken terug na de covid verbanning, vindt, post-covid, maar moeizaam opnieuw personeel voor het restaurant en het bureau.
In de stad en op de markt hangt nog dezelfde vriendelijke sfeer die we ons herinneren. De trottoirs zijn nog steeds echte hindernissen parcours, letterlijk met grote gaten en plotse verhogingen en trapjes en grote, alles blokkerende, geparkeerde SUV's .
Nambawan en the Rossi, twee plekken die met Le Bout du Monde (Nouméa) kunnen concureren, zijn gewoon open.

Maar, teleurstelling, het heerlijke biefstuk-restaurant ,Chill, onze favoriet, is volledig leeg geruimd. Wacht men op betere tijden ?

 

Additional information