Positie : Baie de l' Orphelinat.

Een week geleden stond de wereld stil voor ons. Meer dan twee uur lang ondergingen wij en onze boot de mokerslagen van een helse oerkracht. De oerkracht van cycloon Niran.
Eerst stond er nog : “
vochten” we tegen een oerkracht. Maar van vechten kan geen sprake zijn als je machteloos bent als een vlieg tegenover een vastbesloten man met een vliegenmepper.
Hier is mijn relaas.

Boten zoeken een geschikt plaatsje op de Katiramona rivier (Païta). 

 

Laat de touwen het houwen ! Touwen houwen. Touwen houwen !
Aan deze mantra klamp ik me vast, terwijl rondom ons de hel maar blijft voortduren. Je kan gewoon niks anders doen. We proberen met de motor op volle kracht de kop van de boot op de wind te houden, de kracht op de touwen wat te verminderen, zonder succes. Die wind lacht ons gewoon uit. Wat denken die mensen wel? Kunnen ze zich mijn enorme energie, mijn gigantische kracht eigenlijk wel voorstellen? .

We hadden goed naar het weerbericht geluisterd, ons uitgebreid voorbereid. Het was tenslotte al de tweede keer op een paar weken tijd dat een orkaan onze richting uitkwam.
De storm zou deze keer van het westen komen. We beslissen daarom, bij nader inzien, naar de overkant van de rivier te verhuizen. Daar lig je achter de berg, in de luwte bij westenwind. Het is er bovendien 5 m diep. Geen kans de grond te raken. Jammer, maar dit betekende wel dat alle reeds gespannen touwen en de ankers terug los moesten. Weer moest Tony over wortels en takken klauteren, met het water vlak onder zich, eerst om touwen los te maken, dan om ze opnieuw vast te maken aan de andere kant.
Hij kiest niet zomaar de eerste de beste tak, dringt dieper het “bos” in om een geschikte, erg dikke stam te vinden.
Het aantal paalsteken dat we legden is niet meer te tellen. Paalsteken om touwen aan bomen vast te maken, paalsteken (met twee halve steken) om touwen aan elkaar te knopen. Vrijdag namiddag als de stroom kentert, brengen we de lijnen uit naar de overkant van de rivier, 70 m ver. We hebben twee zulke lange touwen (de aussières van vorig jaar in de marina). Het derde landvast aan stuurboord wordt een aaneengeknoopt geheel van wel vier kortere touwen, dat brengen we zaterdagochtend nog uit. Hiervoor pakken we, na wat aarzelen, toch onze huidige, in gebruik zijnde, genua schoten. Als ze modderig worden, dan is dat maar zo. Nu zijn echt al onze touwen “in touw”.
Eentje van die extra lange lijnen kunnen we met de lier flink doorzetten.
De anderen trekken we ook zo hard mogelijk aan, met vereende krachten. We weten immers dat touwen, vooral deze lange, enorm rekken.

Aan de oostkant van de rivier zit Jakker vast op de bodem bij laag water. Je ziet het voorschip boven water komen. 
De boot zou hier veel te harde slagen op kiel en mast krijgen bij golven. 

Aan de westkant is het 5 m diep ...



... en de berg beschermt ons voor westenwind. 

Buiskap, dekzeiltjes van de diesel jerrycans, reddingsboei en lijn, alles wat binnen kan, verdwijnt in het voorste toilet waar ook de genua ligt. We rijgen een touw rond de zonnepanelen en eentje rond de samengerolde bimini. Onze Jak leggen we dit keer langszij, halfvol met water zodat hij flink zwaar is.
Nu moeten we wachten. Klinkt makkelijk! Is het niet. Je stelt je vragen: wat kan er allemaal misgaan, hebben we echt al het nodige gedaan, vergeten we nog iets ?
Naar “www.windy” durf ik niet meer te kijken. Die vreselijk paarse en rode kleuren, ik wil ze niet zien.
Maar echt bang word ik pas als we op de radio vernemen dat alle vliegtuigen van Air Calin (de nationale vliegtuigmaatschappij) naar Australië vertrokken zijn. Normaal staan ze in hun loods, nu leek het toch beter ze te evacueren !?! Alle vrachtschepen, pilot- en andere werkboten zijn verplicht vertrokken uit de Grande Rade van Nouméa, moeten ergens een veiliger heenkomen zoeken. Men maakt de vergelijking met categorie 5 orkaan Erica uit 2003.
Komt er een twintigjaren storm? Totaal niet te vergelijken met TC Lucas van een maand geleden ? Dit klinkt allemaal erg verontrustend. Waren we toch beter om een plaatsje in de haven gaan smeken?

En dan plots is er geen tijd meer om te piekeren. Het is zaterdag 15 uur, de luchtdruk gaat in vrije val tot 978 hPa. De laagste stand op onze barometer. Men heeft in Nouméa 955 hPa opgetekend.
Buiten stuwt een hete luchtstroom voor het geweld uit. Dan begint het monster te loeien. Voor ons in de verte zien we grote witte wolken opstijgen, het rivierwater wordt gewoon omhoog geprojecteerd, de muur komt recht op ons toe. Ons stukje water verandert in een woeste, bruine zee met golven van 2 m. We zijn een speelgoedbootje in deze wind . Tony start de motor en probeert met vol gas, de kop op de wind te houden en de ergste spanning wat van de touwen te nemen. Lachwekkende poging. Hij bereikt er niks mee. De 70 m lange touwen aan stuurboord rekken zo ver uit dat ik vrees toch nog op de andere oever te belanden. De boeg wijst al die richting uit, we liggen schuin op stroom en wind. Jakker verdwijnt in een mist van opwaaiend zout water. De boot ligt scheef als onder te veel zeil, dan naar de ene dan naar de andere kant. Dingen vallen om binnen.
Toch willen we zien wat er gebeurt. Tony klampt zich vast aan het stuurwiel, ik piep boven de opbouw uit, probeer wat te filmen. Tot ik dat zelfs niet meer durf. Dan kan ik nog enkel bidden :” Laat de touwen het houwen.”
Anderhalf uur gaat dat zo door. Een eeuwigheid, erg cliché maar echt, zo is het.
Onze ogen prikken, haren, gezicht, armen, alles zit vol zout. Vorige keer zaten we binnen, het stortregende toen. Nu valt er geen druppel.

 

Het spektakel begint. 

 

Dan plots in een vingerknip draait de wind eindelijk naar het westen en liggen we achter de berg. Georges, op de boot voor ons, steekt in triomf de armen omhoog. Hij had dit zo voorspeld.
Nu krijgen de boten achter ons de volle laag, waait het witte water daar hoog op. Het brullende lawaai van wel tien startende Jumbo jets slaat ons murw.
De rollen draaien om. Nu kunnen wij, min of meer, toekijken. Het waait nog steeds 30 knopen maar ons lijkt dat een briesje.
Een uur later zijn we safe.
We zitten versuft in de kuip, de boot en wijzelf bedekt met een confetti van groene mangroven blaadjes, onze huid onder een zoutkorstje.
Na bijna 11 jaar cruisen keken we een zware orkaan in de ogen. In Nouméa heeft men tot 90 knopen gemeten (170 km per uur).

 

Twee onderstaande foto's tonen dezelfde plek achter ons, tijdens orkaan en een paar uur ervoor. 

 

De verbogen steun van de zonnepanelen. 

Touwen opruimen. Mijn haren nog duidelijk erg zout . 

Nu is de eerste opdracht : familie, vrienden thuis geruststellen. De berichtjes staan erg lang in de wachtrij vooraleer ze tenslotte toch “vertrekken”. Het mobiele net is overbelast.
Bang, bezorgd, slecht slapend, wachten onze kinderen op hun eigen boten onze bevrijdende boodschap af. We kennen het zelf te goed, het machteloze “duimen” als zij in zware weersomstandigheden zitten aan de andere kant van de wereld.

Alweer moeten we opruimen. Onze mooi gepoetste boot ziet er niet uit.
In “boekskes” voor mensen van onze leeftijd lees je : jullie moeten genoeg beweging krijgen, moeten verveling vermijden, een bezigheid zoeken.
Allemaal waar, maar nu ben ik toch even jaloers op die verveelde mensen.

Tony, die zonder twijfel altijd het meeste fysieke werk opknapt, wordt beloond met een opstoot van zona (herpes zoster). Stress en uitputting, geen goede combinatie. Vooral als je de ziekte al een keer doormaakte ben je erg vatbaar.
Een vaccinatie konden we bij ons laatste bezoek in België niet krijgen. Maar met de medicatie uit onze EHBO kist kan hij meteen een kuur beginnen.

Bij het wegvaren uit de rivier zien we meteen in de eerste bocht de grote aluminium Cigale (2,5 m diep) op de kant geworpen liggen. Hij kan, door zijn diepgang, gewoon niet verderop schuilen. Bij elke orkaan ankert hij op dit plekje. Cycloon Niran heeft hem op de knieën gekregen. Hij ziet er niet al te erg beschadigd uit, maar kan hier nu niet weg. Om los te kunnen komen, zal hij minstens moeten wachten tot er bij nieuwe maan en springtij meer water staat, binnen een week.

De Alubat Cigale aan lager wal. 

De rest van het verhaal ken je.
Volgende dag : Nieuw-Caledonië in lockdown en Jakker terug naar Nouméa. Langs heuvels die over grote stroken totaal bruin verkleurd zijn. Langs kleine, totaal vernielde sloppenwijken. Hun golfplaten huisjes gewoon plat tegen de grond, alle bezittingen verspreid. Nu plots naakt, zichtbaar voor ons. Vroeger, verborgen achter struiken en bomen, wisten wij van hun bestaan hier amper af.
In de baai van Nouméa bespeuren we met de verrekijker minstens 15 bootwrakken. De heuvels zijn bruin en kaal. Overal bemerken we huizen die we vroeger, door de begroeiing er rond, gewoon niet zagen.

Orkaan Niran laat ons allen verslagen achter.
“What doesn't kill you, makes you stronger !”, zullen we maar concluderen, zeker.  Zoals ook de Temanu'a crew besluit.  

 

De, na zovele jaren, eindelijk groene heuvels opnieuw bruin en dor. 

 

Additional information